06 07 2023

Update realisatie Aramis-pijpleiding

230 kilometer pijpleiding voert straks van de Maasvlakte dwars door de drukke Noordzee naar het distributieplatform. Vanaf daar leiden kleinere vertakkingen naar de lege gasvelden. Een milieueffectrapportage (MER) brengt de milieu-impact van de complete Aramis CCS-keten in kaart: van afvang tot onderzeese opslag. In de MER worden verschillende alternatieven voor de route door de Noordzee en de aanlanding op de Maasvlakte onderzocht. Constans van Munster, senior environmental engineer bij TotalEnergies, coördineert alle benodigde vergunningsprocedures en de bijbehorende milieustudies. Ze deelt de huidige stand van zaken.

Voor het startpunt van de pijpleiding zijn er twee opties, laat Constans zien op een digitale kaart van de Maasvlakte. ‘De ene start aan de noordkant, op de zogeheten haaievin’, wijst ze aan. ‘Daar is veel ruimte.’ De tweede optie start aan de westkant van de Maasvlakte, waar ook de pijpleiding van Porthos, een ander CO2-opslagproject, vertrekt. De twee projecten onderzoeken momenteel een mogelijke samenwerking.

Voor de uiteindelijke klanten van Aramis is er geen verschil tussen de twee startlocaties. ‘Zij leveren de CO2 ofwel in vloeibare vorm aan via schepen, ofwel in gasvorm via een aanvoerleiding in het Rotterdamse havengebied.’ De onderzoeken die nu lopen moeten uitwijzen welke startlocatie het gunstigst is. ‘Dat hangt af van de milieueffecten, maar ook van factoren als kosten, technische haalbaarheid en toekomstbestendigheid.’

Constans

Constans van Munster - Senior environmental engineer bij TotalEnergies

Locatiebepaling en vergunningen

Milieustudies en vergunningsaanvragen zijn complexe en langdurende processen, weet Constans. ‘Je kunt niet zomaar een rechte leiding in zee aanleggen. Er is veel om rekening mee te houden: de zeewering, drukke vaarroutes, bestaande kabels en leidingen, Natura 2000-gebieden, zandwinning, oefengebieden van Defensie, windparken…‘ Ze toont de situatieschetsen, waarop de leiding vanaf de Rotterdamse haven langs de kuststrook omhoog loopt. ‘We willen obstakels zoveel mogelijk mijden om beïnvloeding van de omgeving te voorkomen of beperken. Naar al deze omgevingsaspecten doen we onderzoek in samenwerking met de betrokken partners, zoals ecologen, Rijkswaterstaat en de maritieme sector. Veiligheid staat daarbij altijd voorop.’

Voorwaarden en restricties aanleg

Voor de aanleg van de leiding gelden vergelijkbare voorwaarden en restricties als voor de locatie. Constans: ‘Je hebt te maken met zaken als nautische veiligheid, onderwatergeluid en niet te vergeten de impact op flora en fauna. We verkennen daarom de mogelijkheden voor natuurversterkend bouwen.’ Daarnaast is onderzoek nodig naar eventuele archeologische sites en mogelijk gevaar van niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. ‘Zeker in de buurt van Rotterdam is dat laatste een risico.’ Tot slot werkt een van de projectteams aan het minimaliseren van de stikstofemissies van het materieel bij de aanleg. ‘Bijvoorbeeld door zoveel mogelijk te elektrificeren.’

Contact met stakeholders

Constans bewaakt de voortgang van de milieuonderzoeken en vergunningsaanvragen. Ze onderhoudt daarvoor contact met de vele verschillende interne en externe stakeholders: onder meer het technisch team, ecologen, archeologen en de vergunningsmanagers van Porthos en CO2next. Die laatste ontwikkelt een terminal voor de opslag van vloeibare CO2 op de Maasvlakte. Andere stakeholders zijn betrokkenen bij Rijkswaterstaat, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de gemeente Rotterdam.

Haar technische achtergrond, met een studie chemical engineering en master geochemie, komt goed van pas in die gesprekken. Hiervoor werkte ze jarenlang als adviseur milieu, ruimtelijke ordening en circulariteit voor onder meer de chemische industrie, scheepswerven en containerterminals. ‘Ik weet daardoor welke impact onze keuzes hebben op welke aspecten in de omgeving, en kan dat in heldere taal uitleggen aan onze stakeholders.’

Definitieve vergunning

Begin 2022 maakte de Staatscourant de start van het Aramis-project bekend en een aantal maanden later werden alle onderzoeksgebieden van de MER gepubliceerd. Betrokkenen kregen zes weken de tijd om te reageren. ‘Iedereen kon vragen om rekening te houden met bepaalde belangen of daar onderzoek naar te doen’, zegt Constans. ‘Er werden acht zienswijzen ingediend. De onafhankelijke commissie die namens het ministerie van EZK de kwaliteit en volledigheid van onze MER toetst, heeft de zienswijzen verwerkt in haar advies. In onze rapportage moeten we aan de eisen en randvoorwaarden van dat advies voldoen.’

Komend najaar zal het ministerie van EZK een besluit nemen over de route en de startlocatie van de pijpleiding. ‘Dat noemen we het voorkeursalternatief’, vertelt Constans. ‘In diezelfde periode start de engineeringsfase, waarin we onder meer de definitieve ontwerpen opstellen. Vervolgens kunnen we alle materialen bestellen.’ In het eerste kwartaal van 2024 wil ze samen met alle partners de vergunningsaanvragen en de MER indienen. ‘In het eerste kwartaal van 2025 hopen we dan de definitieve vergunningen binnen te hebben. Snel daarna kunnen we starten met de aanleg.’

Lees meer over de milieustudies in de Notitie reikwijdte en detailniveau voor het milieueffectrapport (pdf).

Aramis tijdlijn Vergunningsprocedure