Een grote stap op weg naar het behalen van de Europese klimaatdoelen

Aramis wil een bijdrage leveren aan het behalen van de klimaatdoelstellingen door de CO₂-uitstoot van moeilijk te verduurzamen industrieën te verlagen. Hoe? Met een flexibele oplossing die CO₂ transporteert naar lege gasvelden diep onder de Noordzee. Het systeem wordt vrij toegankelijk voor derden ontwikkeld, wat het mogelijk maakt om stapsgewijs nieuwe industriële klanten en opslagvelden toe te voegen. Dankzij de ligging op de Maasvlakte kunnen verschillende industrieclusters gebruikmaken van de innovatieve oplossing. Het is de verwachting dat de verschillende onderdelen in de CCS-keten geleidelijk kunnen toenemen in omvang en hoeveelheid. De Aramis CO₂-transportinfrastructuur wordt zodanig flexibel ontwikkeld, dat toekomstige uitbreidingen mogelijk gemaakt worden.

Meer weten? Lees de brochure of bekijk onderstaande animatie.

HOE WERKT ARAMIS?

Het Aramis-project is een essentiële schakel in de CCS-keten, zoals hieronder geïllustreerd:

Aramis overzicht about

1. CO₂-afvang
CO₂ wordt afgevangen door de industrie.

2. CO₂-transport
CO₂ wordt door de industrie per schip of per landleiding vanaf de afvanglocatie naar het verzamelpunt vervoerd.

3. CO₂-verzamelpunt
CO₂next ontvangt schepen aan de terminal, slaat de CO₂ tijdelijk op en bouwt een pompstation. Aramis beoogt de compressorfaciliteiten van Porthos te gebruiken.

4. CO₂-zeeleiding
Aramis transporteert de CO₂ via een zeeleiding naar platforms op zee.

5. CO₂-opslag
CO₂ wordt door de opslagbedrijven via putten geïnjecteerd en opgeslagen in lege gasvelden, 3 tot 4 km onder de zeebodem.

PLANNING

De verwachte planning is als volgt:

Timeline website NL tekst juli2023 4

Samenwerking

Aramis beoogt synergieën met projecten zoals Porthos te creëren; een lopend Nederlands CCS-project dat gericht is op lokale industrieclusters. Zo kan in de toekomst aan de behoeften van meer industrieclusters worden voldaan om hun transitie naar duurzamere productieprocessen te ondersteunen.

Bezoek onze linkpagina voor meer informatie over andere CCS-projecten.

ARAMIS ERKEND ALS PROJECT OF COMMON INTEREST (PCI)

Het Aramis-project heeft vanuit de Europese Commissie de status van Project of Common Interest (PCI) gekregen, ofwel een project van groot maatschappelijk belang. De commissie erkent daarmee dat Aramis een hoofdprioriteit is voor het realiseren van een onderling verbonden energiesysteeminfrastructuur binnen de EU. Het Aramis-project is bij uitstek geschikt om in de toekomst ook CO₂ vanuit industriegebieden in buurlanden zoals België, Duitsland en Frankrijk te transporteren.

Aramis is een MIEK project

Het kabinet heeft besloten het Aramis-project toe te voegen aan het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Dit betekent dat Aramis is aangewezen als een project van nationaal belang.

PARTICIPATIE

Aramis vindt het zeer belangrijk om belanghebbenden en belangstellenden te betrekken bij het project. Dit gebeurt onder meer door:

  • Publicaties in de Staatscourant en huis-aan-huisbladen
  • Informatie op de websites van Aramis, CO₂next en Bureau Energieprojecten
  • (In)formele bijeenkomsten, waaronder (online) informatiebijeenkomsten, seminars en kennissessies
  • Digitale nieuwsbrieven
  • Persoonlijke of geclusterde gesprekken
  • Regionale en landelijke (bestuurlijke) overleggen
  • Uitnodigingen om zienswijzen in te dienen

Het betrekken van stakeholders bij het project is ook een vereiste vanuit de Rijkscoördinatieregeling.

Hieronder vindt u de link naar de samenvatting van ons participatieplan.

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VASTGESTELD

De minister heeft op 2 december 2022 de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) vastgesteld en gepubliceerd. In deze notitie staan de kaders voor het op te stellen milieueffectrapport (MER) voor Aramis. Het MER brengt de milieueffecten van het project in beeld, zoals de effecten op veiligheid, landschap, natuur, bodem en water. Het doel van het MER is het milieubelang een volwaardige plaats geven in de besluitvorming over de benodigde vergunningen. Het vergunningentraject valt onder de Rijkscoördinatieregeling.

Hoe gaat het verder?
De vervolgstap is het opstellen van het MER. Daarvoor worden diverse milieuonderzoeken uitgevoerd voor de verschillende alternatieven. In een notitie Integrale Effectenanalyse (IEA) worden de effecten van de verschillende alternatieven ten aanzien de thema’s milieu, kosten, ruimtelijke inpassing, techniek en toekomstvastheid in kaart gebracht. Op basis hiervan kiest de minister van Economische Zaken en Klimaat en in afstemming met het ministerie van Binnenlandse Zaken een voorkeursalternatief (VKA). In het MER wordt het VKA verder uitgewerkt en meer op detail onderzocht op milieueffecten.

De Notitie Reikwijdte en Detailniveau kunt u hier lezen: www.rvo.nl/aramis.